ONARotterdam 20250108

Eind november vorig jaar kwam ik tijdens het bewerken van
het derde giftboek van Rotterdam (Toegang 15, Inventarisnummer 498) de volgende
gifte tegen :
- 14-03-1556 - Mathys Bente geeft Jan Adriaensz van
Dordrecht, kuiper, gifte van een huis, erf en haringplaats aan het
Oostnieuwland achter de Rijstuin, belendende oost : Jan Harmansz van Hels en
west : de weduwe van Froom Jan en strekkende van de halve straat tot achterin
de haven. Belast met 12 Karelsgulden en 10 stuivers en nog eens 8 1/2 stuiver
per jaar. Borg Adriaen Adriaensz, verbindende zijn huis en erf genaamd De Zwaan
aan de Middeldam, belendende west : Adriaen Adriaensz Snoo en oost : de weduwe
van Ariane de Geryt.
Benieuwd of het Oud-Notarieel Archief ook haringplaatsen
kent, bleek de oogst veel kleiner dan ik verwachtte.
Omdat ik ook graag wilde weten wat een haringplaats precies
behelsde raadpleegde ik het straatnamenboek van archivaris Hermine Moquette
(1869-1945). Zij schrijft dat waar wij tegenwoordig het Hang weten, zich in de
17e eeuw ter hoogte van de hoek van de Vissersdijk en het Westnieuwland, nabij
de Kleine Kerk der Remonstranten een haringplaats bevond. Laten we nou precies
die haringplaats gevonden hebben in het Oud-Notarieel Archief. De samenvatting
van de akte :
Jan Leendertsz Beesemer en zijn vrouw Sophia Jorisdr, wonend
aan de westzijde van de Botersloot, verdelen hun nalatenschap (….) een
rentebrief, verzekerd op huis, erf, loods en haringplaats van Henrick van der
Cloot, gelegen in 't Westnieuwland alhier, destijds bezit van Adriaen Adriaensz
van Aeckermonde.
Inventarisnummer : 8 - Aktenummer : 150 - Bladzijnummer :
492 - Aktedatum : 10 september 1602 - Aktesoort : testament - Notaris : Jacob
Symonsz
====
Deze haringplaats ligt weliswaar niet op het Oostnieuwland,
maar daar vlak tegenover, aan de andere zijde van de Kolk. Om daar te komen
moest je de Draaibrug over, maar eerst langs stadsgevangenis de Blauwe Toren en
langs het huis Te Merwe.
Mevrouw Moquette heeft het in haar beschrijving van
Vissersdijk, Hang en Westnieuwland over “ haringplaats en bokkinghang “. Die
twee zijn kennelijk niet hetzelfde.
Het Woordenboek der Nederlandse Taal meldt dat een
haringplaats een locatie is waar kuipers haring in tonnen doen. Uit het Oud Notarieel Archief is me bekend dat branders
vervolgens een merk op die haringtonnen brandden en dat die gezouten haring de
kwalificatie “ brandharing “ verkreeg.
Bij de foto : Oude Haven en Draaibrug gezien vanaf de
Gelderse Kade ::: tekening van Paul van Lienden ::: omstreeks 1760 :::
Collectie Stadsarchief Rotterdam.